Zijn hoofd
Is om te denken,
Zóveel te denken.
Zijn handen zijn om te doen
Wat hij bedacht heeft.
Zijn armen zijn om zijn
Handen te helpen.
Zijn voeten en benen
Moeten hem dragen.
Zijn ogen willen de feiten zien.
Zijn hart houdt hem in leven.
Waar zouden zijn hart, ogen, benen,
voeten, armen, handen en hoofd
Anders voor zijn!
Hij heeft het zo al druk genoeg!
Willemijn Onrust