Er stond in mijn tuin
Een roosje te bloeien
Zo dapper alleen
Zo diep donkerrood
Zelfs de gure wind
Die langs haar floot
Leek haar niet
Te vermoeien
Terwijl mijn tuin
Gehuld in wintertooi
Zo grijs-grauw was
Was zij zo wondermooi
Kijkend uit mijn raam
Zag ik menig morgen
Haar daar staan
Zo dapper zo sterk
Deed zij zichzelf
In mijn hart opbloeien
Willemijn Onrust